Nee…’t is niet meer als vroeger!
De eerste keer dat ik ging jagen in Polen werd ik in het jachtveld rondgereden in een ‘Tarpan’. (ik geloof dat het de naam was van een Steppenpaard).
Het was een wonder dat ‘het ding’ nog reed.
Alles rammelde en kierde aan alle kanten. De carrosserie werd bij elkaar gehouden met plaatjes en extra boutjes. De ramen gingen niet meer open en de portieren niet meer dicht. De meeste klokjes op het simpele dashboard waren kapot.
Bartec, mijn jachtbegeleider, scheurde met het spul over de meest barre bospaden vol gaten gevuld met bagger.
Armdikke takken die laag over het pad hingen vormden geen enkele belemmering. Hij ramde overal doorheen.
Iedere rit was een belevenis al vergde het veel van de lichamelijke conditie. Ik was blij dat ik geen los gebit had, ik was het zeker kwijtgeraakt.
Het wild moest aan de oorverdovende herrie gewend geraakt zijn want we zagen best veel onderweg.
Aan het tableau, wat na de 5 dagen survival werd uitgelegd, kon je zien dat ik onderweg met succes de bukskijker (met heel mijn lichaam) had verdedigd tegen de woeste aanvallen van het Steppenpaard.
In het eenvoudige jachthuis was de verzorging ‘Pools’. Overvloedig eten van goede kwaliteit en uiterst vriendelijke mensen.
Eergisteren ben ik weer in Polen aangekomen, ik wilde eens een Damhert schieten.
Met enige moeite heb ik thuis een plekje aan de wand gevonden waar nog wel wat kan hangen.
Mijn vrouw Joke wilde deze keer ook mee.
Zonder m’n hond Joy ga ik niet dus waren we met z’n drieën aangeland in een van de jachthuizen waar Polen zo rijk mee bezaaid is.
Het bos tooit zich dit jaargetijde in de mooiste herfstkleuren die je je voor kunt stellen.
Gisteren zaten Gregor, mijn begeleider, en ik op een hoogzit langs een bosrand en hadden zicht op een mooie weide.
Gregor weegt zeker 120 kg. en laat nog net een klein plaatsje voor mij over op de kleine hoogzitten. Dus zit Joke met de hond op een andere hoogzit.
Ze vervelen zich niet want er is veel wild te zien. Herten, damwild, reeën, varkens en vossen. Het loopt er allemaal.
Om het geschetter van de kraanvogels moet ik altijd een beetje lachen. Net een paar keukenmeiden die de slappe lach hebben.
Uit het bos aan de overkant kwam opeens een damhert die de wei overstak. Gregor gaf hem vrij.
Op het schot sprong hij met alle 4 de lopers in de lucht, liep nog een stuk terug naar de bosrand en viel toen dood neer. Het begon al aardig te schemeren.
We wachtten even en haalden daarna Joke en de hond op.
Het was inmiddels donker toen we bij de aanschotplaats kwamen. Joy mocht ‘spoor zoeken’, wat niet moeilijk was.
Tot zo ver gaat alles naar wens. Maar ik mis één ding……De Tarpan!
We worden tijdens deze jachttrip door bos en veld vervoerd in een (bijna nieuwe) “Suzuki Grand Vitara” met lederen bekleding en alles er op en er aan.
Joy mocht, na enig aandringen, op een deken op de achterbank, maar het ging niet van harte.
De deuren sluiten met een zachte plof en de ramen gaan elektrisch open. Het rijk uitgeruste dashboard glimt aan alle kanten en een digitaal klokje zegt dat het buiten minus 2 graden is. Niks kieren, niks rammelen, niks tochten. Er hangen geen takken over de paden en een enkele kuil wordt heel voorzichtig genomen.
Ontspannen leun ik tijdens de rit achterover. De buks losjes tegen mij aan.
Het damhert wordt met een opgehaalde aanhangwagen vervoerd. Gregor had hem via zijn mobieltje al ‘aangemeld’.
Met weemoed denk ik terug aan die eerste keren dat ik in Polen was. Zelfs naar huis bellen lukte toen niet.
Oude herinneringen komen weer boven. Scheuren door het moeras, verzakt komen te zitten, eindeloos wachten op een boer met tractor.
Slepen met het buitgemaakte wild. Dat waren nog eens tijden!
Morgenochtend haalt Gregor ons om 6 uur weer op met zijn heerlijk verwarmde voertuig.
Iedere keer als we het erf afrijden slaat hij een kruisje.
Zou hij ook nog wel eens denken aan vroeger?
Vroeger…… toen alles anders was?