Brabandse hazen

Plots rent er een haas voor ons langs. Het is krap 5 meter.
We zagen hem niet komen want we zaten net naar rechts te kijken waar een ander haas een mannetje maakte.

Ik leun ontspannen achterover tegen het paaltje dat half verscholen in het riet staat.
Het kerktorentje aan de andere kant van de rivier steekt mooi af tegen de lucht als de laagstaande zon even komt kijken wat we aan het doen zijn.
We boffen met het weer.Regen, de hele dag, was de voorspelling. Maar afgezien van wat donkere luchten en af en toe een spetter blijft het droog.

Deze vorm van jagen heeft een aparte bekoring.
“Eén haas per geweer deze morgen” had mijn jachtvriend Marco (tevens jagermeester) gezegd.
“We willen eerst eens zien wat er zit want we hebben bezoek gehad”.
De trieste gewoonte van sommige Brabanders om met lange honden de nacht in te trekken is maar al te goed bekend.

Op de eerste drift schoot ik mijn haas van deze morgen. Joy bracht hem keurig bij me.
Daarom kan ik mij nu heerlijk ontspannen zonder mezelf en de hond echt weg te houden.
De drijvers komen steeds dichterbij over de braak liggende akker terwijl de hazen alle kanten opvliegen.
De hazen die mijn kant op komen probeer ik met mijn armen naar mijn buurgeweer te zwaaien want die heeft nog niets geschoten.
Toch krijg ik hier nog 4 kansen.Joy, die los naast mij zit, vindt het maar niks.
Hij is gewend dat ik selectief jaag maar dit vergt wel heel veel van zijn zelfbeheersing.
Af en toe kijkt hij me verwijtend aan, maar als ik dan nee schud met mijn hoofd kijkt hij weer het veld in om maar niets te hoeven missen van het jachttafereel.
De stropers hebben niet alles weggehaald want de volgende driften lopen er best veel hazen uit.

Om 12 uur gaan we aan de boerenkool.
Met 6 geweren en 12 drijvers is het reuze gezellig en is de stamppot snel op.
’s Middags ‘krijgen’ we ieder een haas er bij.Ik loop met Joy naar een verre post vlak bij een wetering.
Een koppel eenden zit op de kant en vertrekken op tijd, (voor hun dan, voor mij te vroeg!)
Als ik doorloop gaan er nog 3 op waarvan de laatste, desgevraagd, naar beneden komt maar direct onderduikt. Maar dan heeft hij buiten de Labrador gerekend!
Als Joy hem komt brengen denk ik “wat zou je zijn zonder een hond?”
 
Even later zitten we op post en mag Joy na afloop van deze drift mijn 2e haas gaan halen.
Voor de laatste driften worden er nog 2 hazen vrij gegeven.
Eén van deze twee komt mooi voor mij langs op 30 meter. Het haas tekent wel maar het schot zit iets te ver naar achteren. Hij loopt dan ook door en verdwijnt langs een hoop grond uit het zicht.

Ik stuur Joy er heen. Hij heeft niet gezien waar het haas verdween en gaat op zoek naar sporen. Ik fluit dat hij iets verder moet wezen en dan gaat hij met de neus aan de grond met een vaartje achter het haas aan.
Weg is ‘t ie. Hond weg, haas weg. Ik wacht het maar af.
De rest van het gezelschap staat stil en wacht op wat er volgt.
Na 2 minuten komt Joy weer tevoorschijn met het haas in de vang.
Opluchting alom. En zeker bij Marco die, net als ik, er een bloedhekel aan heeft als een haas niet binnen komt. 

Voor we aan de laatste drift beginnen proberen we eerst een meertje waar wel eens wat eenden op liggen.
We sluipen er met een paar man heen maar ze zijn niet thuis. 

Als we met de hele groep thuis komen leggen we eerst tableau.
De ‘echte laatste drift’ doen we in het gezellige Brabantse achterhuis waar sterke drank en dito verhalen met elkaar wedijveren.
Verhalen die al vele eeuwen en in alle talen verteld worden maar nog steeds niet vervelen.