Hummeldorf



Aan het einde van het doodlopende weggetje ligt daar, schijnbaar verlaten, de oude boerderij.
Voor een van de donkere ramen staat een eenzaam lichtje een wanhopige poging te doen om de sfeer van Kerst op te roepen.
Er woont dus nog iemand. 
Het erf ligt er verlaten bij.
Links een oude schuur met bakhuis. Achter de boerderij een wagenschuur en helemaal achter op het erf staan 2 stokoude
vakwerkschuren  die als schaapskooi zijn gebruikt.
Grote bomen staan over het erf verspreid zodat je je in een kathedraal waant met allemaal zuilen. Het geheel heeft iets betoverends.
In gedachten zie ik middeleeuwse boeren aan het werk terwijl loslopende kippen en ganzen over het erf scharrelen. 

Maar het is december 2006 en ik ben hier uitgenodigd voor een kleinwildjacht. Joy mocht ook mee. Hij is nu 20 maanden oud. 

Het is koud en nat.
200 km. en 2,5 uur terug ben ik van huis gegaan in de stromende regen. Het zal niet mee vallen vandaag.
Gastheer Roelf arriveert en de begroeting is hartelijk als altijd.
Het geeft altijd weer een vertrouwd gevoel als je ieder jaar in het jachtseizoen weer dezelfde makkers tegenkomt.

Binnen, in de kale woonkeuken, wachten de boer en zijn vrouw met koffie en wat lekkers.
De familie van de boerin woont al vele generaties op deze boerderij, maar ze hebben geen opvolgers dus ging het spul in de verkoop.
Roelf kocht de gebouwen en alle 80 hectaren, bestaande uit bos, akkers en weiden.
Een paradijsje! 

De andere gasten uit Nederland ken ik. De 2 Duitse jagers die ook zijn uitgenodigd komen uit de buurt. Zij zullen het akkerland pachten.
Als we naar de eerste drift lopen vliegen tientallen duiven uit de kale kruinen van de oude eiken die overal de lanen omzomen.
Hier en daar hebben de maaiers stukjes maïs laten staan waar diverse fazanten uit vliegen. Puur wild. 

De honden van de Duitsers rauzen door de maïs en de hond van de boer, die als drijver mee is, doet dapper mee.
Als we naar de volgende driften lopen raak ik in de ban van dit prachtige landgoed.
Eeuwenoude weggetjes kronkelen tussen even oude bomen door, dan een akkertje, dan een ruigte.
Een visvijver ligt verscholen tussen de bomen.

Een vervallen prieeltje roept herinneringen op aan gezellige zomers als de boerenkinderen leerden zwemmen.
In de verte stroomt de rivier de Ems, waarvan ik nog net een bocht kan zien tussen de bomen. Jammer dat alles kaal en nat is.
’s Zomers moet het hier schitterend zijn. 
Ik sta op post met Joy, zoals altijd, los naast mij.  De drijvers zijn omgelopen en beginnen zachtjes door het hout te lopen.
1 Haas, 1 hen en verder geen beperkingen. Heerlijk!

Deze morgen krijg ik geen kans maar geniet des te meer door alles in mij op te nemen. 

In de boerenkeuken wachten de broodjes en een borrel. De verkleumde handen komen weer zachtjes tot leven. We praten over de bouwplannen. De boerderij zal ingrijpend verbouwd gaan worden.
Na de broodjes gaan we weer op pad. Ik haal Joy uit de auto. Hij is blij dat er weer werk aan de winkel is.
Na de eerste drift mag hij een fazant apporteren die in een braak liggend veld gevallen is. Hij komt onder de wind en vindt hem direct.
De haan die ik, als flankgeweer, schiet valt in de drift tussen de gele mosterd. Joy, die geen rode markering draagt, mag toekijken hoe een andere hond hem even later oppikt. Hij baalt wel, maar het is een goede ‘steady’ oefening. Bovendien vind ik het te gevaarlijk om hem in de drift te laten zoeken.
We proberen nog een afgelegen weitje op een haas, maar dat lukte niet. De hazen lagen hogerop in het bos, op het droge.
Wel zien we regelmatig reeën wegsprinten uit de dekking.
De combinatie naald en loofhout is ideaal voor deze fijnproevers. Eikels, kastanjes en beukennootjes liggen overal volop en de dennenvakken geven prima dekking.

De laatste driften vinden plaats op een hooggelegen akker met manshoge gele mosterd. Men heeft er een kruis uit gemaaid zodat er 4 stukken ontstonden.    Overal zie je fazanten!
Een haan komt laag aanvliegen. Het eerste schot zit er achter. Wat gaan die beesten snel!
Ik draai me om en op het tweede schot valt hij in de gele mosterd die daar zeker 1.80 meter hoog staat. Ik denk: “Oei, dat is Joy niet gewend.”   “Apport”, en weg is ’t ie. Hij is ook gelijk uit het zicht.
Net als ik denk “dat kan nog wel even duren” komt hij met de haan in zijn bek uit het vak lopen. Mijn dag kan niet meer stuk!   Koude handen en zere rug vergeet je op zo’n moment.
Roelf ziet het in de verte gebeuren en weet wat het voor mij betekent.
Uit de laatste drift schiet ik nog een haan en dan is het tijd om te stoppen. 

Na het tableau leggen gaan we richting hotel waar de gastheer een uitstekend diner heeft geregeld, alsmede een hotelkamer om het moede lijf weer op krachten te laten komen.
De avond wordt doorgebracht met heerlijk eten en drinken. De sfeer is geweldig en “de Hollanders” lachen om de moppen die ik vertel, hoewel ze die vast al een keer van mij gehoord moeten hebben. 

De volgende morgen ontbijten we gezamenlijk waarna ieder weer zijn weegs gaat.
Ieder weer een geweldige jachtbeleving rijker.